11Q Apocriefe Psalmena (= 11Q5 = 11QPs[almen]a) Kolom XIX
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In Wiens [22]hand de [23]ziel is van al wat leeft, en [24]de geest van alle [25]vlees [26]des mensen. 22. Dat is, macht en gebied; zie Gen.16:6. 23. Dit woord betekent hier het leven, of de gevoelende ziel, die in alle dieren is. 24. Dit woord ziet op den mens, die een redelijke en onsterflijke ziel heeft, die een geest genaamd wordt; zie Num.16:22, en de aantekening. 25. Versta, het menselijke lichaam, waarin de redelijke ziel des mensen woont. Alzo Gen.17:13; Lev.19:28; Ezech.11:19. 26. Hebreeuws, mans; welk woord dikwijls niet alleen het mannelijk, maar ook het vrouwelijk geslacht, dat is alle mensen, betekent. Alzo Ex.19:13, en Ex.21:16, hier onder, hfdst.15 vs.16, en hfdst.34 vs.11, enz.